donderdag 23 april 2015

Droog.

Mede door de harde wind droogt het op de tuin snel uit. Was het een paar weken geleden nog een modderboeltje, nu moet ik echt gaan gieten. Vooral net geplante en gezaaide gewassen hebben dit nodig.
En natuurlijk gaat het met de felle zon in de kas ook snel uitdrogen.
Ik zet gevulde gieters in de kas en het water daarin is dan lekker opgewarmd. Dat vinden met name de kasplanten lekkerder dan zo'n koude scheut.


Ton heeft van oude pallets een kastje/werkblad voor me gemaakt waar ik erg blij mee ben. Ik kan er al mijn emmertjes met mest en dergelijke in op bergen. Sowieso ben ik dit jaar ongekend ordelijk op de tuin.
Rechtsonder de raapstelen/mizuna en rucola die door de warmte beginnen te schieten. Dus nog maar eens raapsteelstamppot eten. Met eitjes van onze kipjes en zelfgemaakt komkommer zoetzuur van vorig jaar. Genieten van simpele dingen!

De brandnetels die ik vorige week in een emmer water gezet heb zijn al behoorlijk verteerd. Het stinkt nog niet echt gruwelijk maar ik vind het rijp om uit te gieten. Wel eerst verdunnen. Alle planten krijgen een beetje en de drab die overblijft drapeer ik bij de worteltjes en de sugar snaps.


 Vorig jaar had ik wilde rucola. Dit werden best forse planten en het mooie was dat ik er van kon blijven plukken waarna ze telkens weer opnieuw uitliepen. Ook gingen ze pas laat bloeien. Het zou een vaste plant zijn. Ik zie daar nog niet veel van terugkomen maar ik zie wel wat zaailingen. Eerst weet ik het niet zeker maar als ik een blaadje proef is het onmiskenbaar rucola. Hij mag blijven staan.


In de uien zie ik een bloemknop en normaal gesproken is dat niet de bedoeling. Dit zijn echter boomuitjes en die horen bloemknoppen te krijgen. Daaruit groeien weer kleine uitjes.


Ook de tuinbonen krijgen bloemknoppen. Ik zie ook mieren in de planten. Toch niet nu al zwarte luis in aantocht?! Hopelijk geeft de scheut brandnetelgier weer nieuwe weerstand.


Ik plant een paar koolrabiplanten uit. Ik verwen ze met compost en mest en geef ook nog wat brandnetelgier. Zo moeten ze toch staan te jubelen. Koolrabi is zo lekker voor al het beestenspul dat langskomt op de tuin dat ik een net omheen span. Niet denken: 'het zal wel meevallen'. Gewoon doen!



Aan het eind van de ochtend heb ik alles geschoffeld en ligt de tuin er weer strak bij. Voor mijn doen dan. Ik sla toch ook wat akkerviooltjes, blaartrekkende boterbloem en wat-zou-dit-voor-plantje-zijn zaailingen over.

donderdag 16 april 2015

Groei, genieten én frustratie.

Aan alle planten kan ik zien dat de zon flink schijnt. In bijna alles zit flink de groei.
De zoete aardappel heeft het erg naar zijn zin op de vensterbank in de huiskamer. De meeste zaailingen/stekken zouden het hier te warm vinden en slap en lang worden, maar de zoete aardappel blijft mooi gedrongen.


Mijn twee bakjes knolselderij zien er heel verschillend uit. In het bakje met een zelfgemaakt zaadmatje (zie blog januari) ligt het kiemmoment erg uit elkaar. Er zijn plantjes die groot genoeg zijn om te verspenen en er zijn net gekiemde zaadjes. Het bakje waarin ik gewoon gezaaid heb laat plantjes van min of meer gelijke grootte zien.


In ieder geval zijn er voldoende plantjes om te verspenen. En dan kunnen ze het muurkasje in.
Het bakje met gewoon gezaaide knolselderij laat ik nog even staan, de plantjes zijn nog niet groot genoeg. Wel dun ik ze uit.

In de achtertuin heb ik een klein muurkasje. Dat puilt op dit moment uit van zaaibakjes. De peterselie is al zo groot dat ik hem in de volle grond ga zetten. Zo komt er weer plek voor bv de basilicum die nu nog op een vensterbank staat.

.
Ik heb zoveel tomatenplantjes dat ik er alvast een paar op de tuin in de kas ga zetten. Ze zijn nog zo klein dat ik ze maar met potje en al in de grond zet.


Als ik rondkijk op de tuin zie ik dat er her en der frambozen opkomen. En ik had nog zo goed alle uitlopers verwijderd! Elk kleine stukje wortel, ook het dunste draadje, loopt uit tot een nieuwe frambozenplant. Vooral de gele herfstframbozen zijn enorme woekeraars. Het is dat ze zo lekker zijn en zo fantastisch dragen anders gooide ik ze eruit.


En dan zie ik dat ik bezoek gehad heb van meneer mol. Vorig najaar hebben mollen onder elk tuinbed huisgehouden dus ik baal als ik de gangen zie. Ik druk de gangen weer in. Op de foto kun je zien hoe diep de geul wordt. Deze gang is precies naast mijn net opkomende uien gegraven. Je kunt je voorstellen dat zaad dat in zo'n mollentunnel valt echt niet meer opkomt.
Hoe kom ik van die mollen af!? Ik heb mij er vorig jaar al in verdiept en het blijkt niet makkelijk te zijn. Ik heb toen zelfs vallen gekocht. Die dus niet werken. De mollen gaan er gewoon langs af. Eigenlijk wil ik ze ook levend vangen en ver weg brengen. Maar die gastjes hebben een enorm goede neus en kunnen dus ook een val ruiken.


Een andere frustratie is het straatjesgras. Een heel klein, plat grasje dat bijna het hele jaar kan bloeien en dus ook uitzaaien. Door de zachte winter van 2013 heeft het flink terrein gewonnen op mijn tuin. Ik gebruik een niet zo charmante, maar hopelijk wel effectieve methode om de expansiedrift tegen te gaan.


Lege compostzakken keer ik binnenstebuiten en bedek daarmee de plekken die het ergst vol straatjesgras staan. De zon en gebrek aan water zullen de polletjes uitdrogen. Tenminste, dat is de bedoeling.

Nu de brandnetels beginnen te groeien, ga ik buiten het volkstuincomplex een emmer vol plukken. Hiermee maak ik brandnetelgier, een versterker voor alle planten. Maar eerst moeten ze een aantal dagen in een emmer water staan tot het flink gaat stinken. Het heet niet voor niets, gier.


Ik pluk meteen een bosje meer om in de soep te doen en van een broccoliplant haal ik een paar scheuten.


Samen met wat uitlopende snijbiet van vorig jaar en een stukje knolselderij maak ik er een verrukkelijk, groener dan groen, soepje van voor bij de lunch.


 En terwijl ik het, zittend op de rugleuning van de bank, opeet geniet ik van het uitzicht op mijn voortuin. Waar de kievitsbloemen het dit jaar heel goed doen.




donderdag 9 april 2015

Nieuwe zaaironde en sleedoorn.

De temperatuur gaat eindelijk omhoog waardoor je bomen en struiken zienderogen groener ziet worden. De vlierbessenstruiken beginnen al aardig in blad te komen. De kornoeljes zijn zo'n beetje uitgebloeid en ik kijk uit naar de witte bloemetjes van de sleedoorn. Ik zie er in de buurt maar weinig staan maar dan kom ik toch wat struiken tegen op mijn gewone fietstochtje naar de tuin. De sleedoorn geeft mini-pruimpjes als vruchten. Helaas smaken ze erg wrang al kun je er wel wijn van maken.
http://plantaardigheden.nl/plant/beschr/wel/sleedoorn.htm


Nu het april is kunnen er weer meer gewassen in de volle grond gezaaid worden. Pastinaken, wortelpeterselie en rode bieten stonden deze week op het programma.  De rode bieten zaden zijn eigenlijk een heel kluwentje zaden. Uit één zo'n bolletje komen meerdere plantjes en die moeten straks gedund worden. De dikke bolletjes zijn goed een voor een te pakken en maken zo het zaaien wel makkelijk.


Voorgaande jaren kweekte ik vroege aardappelen. Vorig jaar was daar al vroeg phytophtera in, een schimmelziekte die vooral aardappelen en tomaten aantast. Daardoor moest ik heel vroeg het loof van de planten halen en was mijn oogst maar minimaal. Dit jaar probeer ik wat anders. Ik ga de aardappels in bakken zetten. De blauwe ton is 50 cm hoog, er zitten afwateringsgaten onderin en hij is een klein stukje in de grond gezet. Ik heb er vijf aardappels lady Christl in gezet. een vroege vastkokende aardappel.
De zwarte bak is maar zo'n 35 cm hoog en ik heb er drie aardappels Ditta in gezet.


Op een beurs kreeg ik zaden van de grote klis. Dit is gewoon een wilde plant. Maar je schijnt de wortel goed te kunnen eten. Dus die ga ik proberen. Ook zaaide ik witte en rode snijbiet en doorlevende spinazie, wat eigenlijk ook een soort snijbiet is.
Van de voorgezaaide planten zijn er een aantal niet opgekomen. Komkommers (diva) en torro rosso puntpaprika's laten niets van zich zien. Ook de rode zonnehoed en de lavas komen niet op.
De knolselderij van mijn zelfgemaakte zaadmatje (zie blog januari) komt heel onregelmatig op. Dit in tegenstelling tot de een week later, gewoon gezaaide.



Op de tuin heb ik ook een hoekje met bankje waar ik even kan uitpuffen van het werk. Ik heb nieuwe beukensnippers op de grond gestrooid en de kanten netjes gemaakt zodat de snippers niet door de hele tuin verspreid raken. Hopelijk houdt het bankje het nog een jaartje, het wordt steeds wiebeliger. Aan het gaas achter het bankje staan de capucijners. Aan de andere kant komen straks komkommerplanten te staan.


Uit de kas haalde ik een grote spitskool. Die had ik er voor de winter in gezet. Het lijkt zo heel wat maar helaas stond hij op punt van schieten dus er zat al een flinke, nog opgekrulde, bloemknop in. Gelukkig was er nog genoeg kool over voor een tweepersoons maaltijd.


En tot slot de meest aaibare plant die er volgens mij bestaat. Pulsatilla, wildemanskruid. Jarenlang had ik maar een enkele plant maar de laatste jaren heeft hij zich in mijn voortuin verspreid. Ik vind hem prachtig, zeker zo tussen het bloeiende speenkruid! En ik niet alleen, de hommels en bijen weten hem ook te vinden.




donderdag 2 april 2015

Storm en raapstelen.

Ook hier stormde het flink. Gelukkig had ik de ramen van mijn kas op de tuin dichtgedaan. Al zijn de meningen hierover verdeeld. Sommigen zeggen dat de ramen altijd een stukje open moeten blijven zodat de wind door je kas heen kan. In ieder geval is hij rechtop gebleven. Alleen mijn gereedschapskist is omgewaaid. Een aardige medetuinder heeft hem weer rechtop gezet en gestut. Mij zou het niet gelukt zijn hem rechtiop te zetten want hij is loeizwaar. Dus; bedankt!
Ook mijn pompoenenrek heeft het niet overleefd. Maar dat valt te repareren.



Gelukkig heb ik flinke stoeptegels op mijn tunneltjes gelegd. De eronder gezaaide bietjes hebben geen last gehad van de storm.


Uit de kas oogste ik mijn eerste maaltje raapstelen waar ik een heerlijk ovenschoteltje mee maakte.


Tijdens de storm heb ik mijn tomatenzaailingen verspeend. Ze zagen er eigenlijk niet echt florissant uit maar ik dacht dat iets meer ruimte wel goed voor ze zou zijn. Dit jaar had ik voor het eerst van die turfpotjes gebruikt. Deze beschimmelden nogal dus ik dacht dat ik teveel water gaf. Toen ik de plantjes eruit haalde was de aarde onderin echter droog. Dit alles zal de tomaten niet echt goed gedaan hebben. Ik denk dat ik toch meer opheb met de gewone plastic plantenpotjes ; ).
Na het verspenen heb ik nu vijf soorten in mijn muurkasje in de achtertuin gezet.
Matina, millefleurs, trostomaatjes, romatomaten en ossenhart. Zo heb ik van vroeg tot laat en van gele minitomaatjes tot grote soeptomaten. Als het verder goed met ze gaat natuurlijk!
Dit jaar heb ik ook netjes in elk potje een plantenstokje gezet met de naam erop. Andere jaren was ik daar wat makkelijk in maar dan had ik in de loop van het seizoen vaak geen idee meer welke plant het was (totdat er tomaten aankwamen ; ))



Opzij van ons huis heb ik twee kleine vruchtenleiboompjes. Een Elstarappel en een perzik. Tot mijn verrassing bloeit de perzik. Gewoon door kou, regen en storm heen. Gewoon gestaag doorgaan. Ik vond het een echte oppepper.


Het IVN, waar ik actief lid van ben, gaat deelnemen aan een duurzaamheidsmarkt. Hoe maak je dan zaken als regenwater opvangen, compost maken, diervriendelijk tuinieren en dergelijke zichtbaar. Alleen folders is niet zo interessant.
Ik heb een wormenbak gevuld met aarde, kleingemaakte schillen en een paar wormen om het proces van composteren te laten zien.
De laagjes verschillend gekleurde grond laten over een paar weken zien hoe de wormen de boel omwerken. Nu staat de bak in het donker en zal ik af en toe kijken hoe het ervoor staat en wat schillen toevoegen.